Tampon trouble
Wat weten we eigenlijk over het staafje dat we maandelijks naar binnen proppen en er aan een touwtje weer uit trekken? Is het verdiend dat tampons een slechte reputatie hebben als verkapte kankerstaafjes? Is het waar dat ze vol gif zitten? Hoeveel beter zijn biologische tampons? Wetenschapsjournalist Desiree Hoving schift waar van onwaar.
Tampons zijn trouble. De maandelijkse hygiëneproducten zijn in verband gebracht met het allerlei kankersoorten en andere gezondheidsrisico’s. Zo verzeilden begin dit jaar maar liefst vier tienermeisjes uit Michigan in het ziekenhuis met het toxischeshocksyndroom. Het lijkt wel alsof steeds meer vrouwen problemen ondervinden door tampongebruik. Moeten we niet veel voorzichtiger zijn met wat we in ons lichaam stoppen?
1: Tampons zijn giftig
De grote tamponmerken, zoals Tampax, OB en Kotex, gebruiken doorgaans een mix van twee ingrediënten: katoen en rayon. Katoen komt van de katoenplant, die vooral in China en de Verenigde Staten groeit. Omdat dit type plant gevoelig is voor ziektes en plagen, zijn er vergeleken met andere landbouwgewassen veel bestrijdingsmiddelen nodig. Die komen ook in tampons terecht, beweerde een onderzoeker van de Argentijnse University of La Plata in oktober 2015. Hij vond in 85 procent van de door hem onderzochte tampons de stof glyfosaat. Dat is dezelfde stof die in het landbouwgif RoundUp gebruikt wordt. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt glyfosaat ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’.
Hoe gevaarlijk de stof glyfosaat in tampons werkelijk is voor onze gezondheid, zocht de Volkskrant in januari uit. Onderzoeker Hans Mol van het RIKILT in Wageningen zegt in het artikel dat de gifresten in tampons zo minimaal zijn dat ze aan de grens zitten van wat nog op te sporen valt. Elke tampon bevat gemiddeld 0,0000002 gram gif, berekende hij. ‘Zelfs bij dagelijks gebruik ligt de hoeveelheid gif in dames- producten meer dan duizend keer onder de waarde die de WGO als veilig beschouwt. De bijdrage aan het risico op kanker ligt zelfs een miljoen keer onder de norm,’ aldus Mol.
De hoeveelheid bestrijdingsmiddelen in tampons is dus verwaarloosbaar en de invloed ervan op onze gezondheid is nihil. Ook is het goed om te weten dat de genen van 75 procent van alle katoenplanten in China en de VS zo zijn aangepast dat de plant minder snel aangevreten wordt. Daardoor zijn minder bestrijdingsmiddelen nodig, wat weer beter is voor het milieu. Nog milieuvriendelijker zijn de biologische tampons, onder andere van Yoni of Natracare. Het wereldwijde aandeel van biologische katoen is echter maar drie procent.
2: Tampons zijn dioxinebommen
Naast katoen zit er vaak rayon in tampons, ook wel viscose of kunstzijde genoemd. Rayon is een kunstmatig gemaakte vezel, die al sinds 1884 uit houtpulp van bomen wordt gemaakt en als alternatief voor de stof zijde dient. Rayon is zowel goedkoper dan zijde als katoen en neemt minstens zo goed vocht op. Om te zorgen dat we een keurig witte unit kunnen inpluggen, wordt rayon gebleekt. Over dit proces bestaan nogal wat misverstanden. Velen denken dat bij het bleken chloor wordt gebruikt en dat bij dat proces de kankerverwekkende stof dioxine vrijkomt. De bleekmethode-met-chloor was inderdaad in zwang, tot in 1990 een nieuwe, chloorvrije techniek op de markt kwam. Sindsdien wordt alle rayon in tampons chloorvrij gebleekt, volgens de Amerikaanse voedsel- en warenautoriteit FDA, waarbij geen of extreem lage hoeveelheden dioxine vrijkomen. Voor de zekerheid is in 2002 nog eens uitgezocht hoeveel dioxine er werkelijk in tampons achterblijft: ruim 10.000 keer minder dan in onze voeding. De hoeveelheden die we via vlees, vis en melkproducten binnen krijgen, zijn al onschadelijk zijn voor onze gezondheid. Tampons blijven dus helemaal binnen de veilige marge.
3: Langdurig tampongebruik veroorzaakt kanker
Feit is dat we de laatste tijd steeds meer enge stoffen in tampons vinden. Het lijkt daardoor wel of de producenten lakser worden en meer fouten maken dan vroeger. ‘Nee, het ligt niet aan de producten. Het zijn de laboratoria die steeds geavanceerdere technieken en detectiemethodes ontwikkelen,’ zegt Majorie van Duursen. Zij doet als toxicoloog aan de Universiteit Utrecht al ruim tien jaar onderzoek naar de effecten van natuurlijke en milieuvervuilende stoffen op het hormonale systeem. ‘Het feit dat je iets kunt meten, betekent niet meteen dat het een effect heeft. Ook is het niet zo dat met elke molecuul dat we binnenkrijgen iets mis is. Meestal worden stoffen gewoon door ons lichaam afgebroken en afgevoerd. Alle studies naar tampons wijzen dan ook in dezelfde richting: de stoffen die erin zitten, zijn in zulke lage concentraties aanwezig dat ze geen enkel effect op de gezondheid hebben.’
Hoe zit dat bij een leven lang tampons gebruiken? Neemt het risico op kanker wellicht toe, omdat al die minuscule hoeveelheden zich in je lijf opstapelen? Ook daarover is de toxicoloog stellig: ‘Ik ben nog nooit een studie tegengekomen waarin er een relatie is gevonden tussen tampons en baarmoederhalskanker, of welke andere vorm van kanker dan ook.’ Wel concludeerden Canadese onderzoekers in 2005 dat je beter maandverband in plaats van tampons kunt dragen als je eenmaal geïnfecteerd bent met het HPV-virus, dat baarmoederhalskanker veroorzaakt. Want dan verdwijnt dat virus sneller, schrijven de onderzoekers in Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention.
4: Er is een direct verband tussen tampons en het toxischeshocksyndroom
Rylie Whitten, zo heet een van de vier Amerikaanse tieners die begin dit jaar met spoed in het ziekenhuis werd opgenomen. Ze was een gezonde 15-jarige voetballer, cheerleader en danseres, die zich op een dag wat grieperig voelde. Na twee dagen kon ze niet meer bewegen en constateerde de lokale eerstehulppost een enorme infectie waardoor haar nieren uitvielen. Ze werd onmiddellijk met een helikopter naar het ziekenhuis gevlogen, waar bleek dat ze het toxische- shocksyndroom(TSS) had. Dat komt door het gebruik van tampons, beweerde haar vader tegen de journalisten van de lokale nieuwswebsite.
Is dat zo? En hoe groot is de kans om via tampons TSS op te lopen? Van Duursen: ‘Die kans is erg klein.’ Volgens de toxicoloog komt TSS zelden voor. Gemiddeld treft het 1 op de 100.000 vrouwen, maar het komt bij tieners net iets vaker voor: bij 4 op de 100.000. ‘TSS wordt veroorzaakt door de lichaamseigen bacterie Staphylococcus aureus. Niet door een tampon zelf, laat staan door ingrediënten ervan. Als je een tampon te lang laat zitten, creëer je een voedingsbodem waarop bacteriën zich kunnen vermeerderen. De meeste mensen hebben antilichamen in hun bloed, die ze daartegen beschermen, maar bij enkelen werkt dat afweersysteem niet goed.’ Het gangbare advies is om een tampon nooit langer dan acht uur te laten zitten, ook al gebruik je het maxi-exemplaar.
Hoe zit dat met biologische tampons? ‘Of je nu een biologische of reguliere tampon gebruikt, als je ’m maar lang genoeg laat zitten, dan neemt de kans toe.’
5: Biologisch betekent schoon
Mariah Mansvelt Beck (35) kwam er op haar 30ste achter dat ze een voorstadium had van baarmoederhalskanker. Ze zocht naar manieren om haar gezondheid te verbeteren. Een specialist in het ziekenhuis adviseerde haar biologische tampons te gebruiken, om verdere irritatie te voorkomen. ‘Eerst was ik daar een beetje sceptisch over,’ zei ze twee jaar geleden op TEDx Amsterdam Women. Na wat research concludeerde ze dat tampons vaak van synthetisch materiaal zijn gemaakt, plastic kunnen bevatten, gebleekt kunnen zijn met chloor, wat kankerverwekkende dioxines creëert, en dat er resten bestrijdingsmiddelen in het katoen kunnen zitten.
Hoe is het mogelijk dat wij worden blootgesteld aan zoveel chemicaliën? dacht ze en richtte pardoes samen met Wendelien Hebly het bedrijf Yoni (vagina in het Sanskriet) op, dat tampons, maandverband en inlegkruisjes van biologisch katoen verkoopt. Hun slogan: Chemicals are not for pussies.
HET FEIT DAT JE IETS KUNT METEN, BETEKENT NIET METEEN DAT HET OOK EEN EFFECT HEEFT. NIET MET ELKE MOLECUUL DIE WE BINNENKRIJGEN IS IETS MIS
‘Dat gewone tampons kanker veroorzaken, zou ik nooit beweren,’ licht ze desgevraagd toe, ‘maar je kunt er wel irritaties van krijgen. Dat kan komen door de toegevoegde parfums, de synthetische stof rayon of het flinterdunne plastic laagje van polyethyleen en polypropyleen dat om een tampon heen is gespannen. Ik schat dat dat bij dertig procent van de vrouwen leidt tot allergische reacties, schimmels of andere irritaties. Die verdwijnen zodra ze biologische tampons gebruiken.’
Wetenschappelijke literatuur bevestigt het verband tussen tampons en schimmelinfecties niet. Alleen een kleine, en dus niet significante, studie onder 28 vrouwen met irritaties door Always maandverband toonde aan dat die bij 26 van hen als sneeuw voor de zon verdwenen zodra ze overstapten op een ander merk. En al zijn biologische tampons milieuvriendelijker, dat ze gezonder voor vrouwen zijn is niet bewezen.
In het algemeen geldt dat er weinig onderzoek wordt gedaan naar gezondheidseffecten van tampons. Mede daarom pleit Mansvelt Beck voor meer langetermijnonderzoek. Ze is niet de enige: ook het Amerikaanse congreslid Carolyn Maloney dient al een decennium wetsvoorstellen in om vrouwelijke hygiëneproducten door de overheid te laten monitoren. ‘Vrouwen zijn structureel ondervertegenwoordigd in gezondheidsstudies,’ schreef Maloney een jaar geleden nog in The Guardian.
6: Vrouwen worden onnodig bang gemaakt
Wakkeren slogans als Chemicals are not for pussies een zekere angst voor tampons aan? ‘Chemie roept een negatieve associatie op, want mensen denken vaak dat het onveilig is,’ zegt Van Duursen. ‘Terwijl natuurlijke stoffen in hun ogen gezond zouden zijn. Chemofobie, dat is het sentiment dat nu heerst.’
Terwijl lang niet alle natuurlijke ingrediënten per definitie gezonder zijn, stelt de toxicoloog: ‘Een heleboel natuurlijke dingen moet je absoluut niet in je vagina stoppen. Zoals wilde bloemen. Of arsenicum. De giftigste stoffen worden juist door planten en dieren gemaakt.’ Mansvelt Beck wil vrouwen met haar slogan helemaal geen angst aanpraten: ‘Het is juist de bedoeling dat onze slogan je triggert. We hopen dat vrouwen meer willen weten over de bestanddelen van tampons en dat ze ook de ingrediënten op de verpakking willen lezen.’
VROUWEN HEBBEN HET RECHT OM TE WETEN WAAR EEN TAMPON PRECIES VAN IS GEMAAKT
Die bewustwording komt op gang. In september 2015 tekenden duizenden vrouwen een online petitie, waarmee ze van de Europese Commissie meer openheid eisten over de ingrediënten in tampons. Helaas kregen ze een ontwijkend antwoord. De Commissie verwees naar richtlijnen, waaraan tamponfabrikanten zich niet eens hoeven te houden.
Op een tamponverpakking hoeven maar twee dingen te staan: een waarschuwing voor TSS en iets over het absorptievermogen. Fabrikanten zijn dus niet verplicht een ingrediëntenlijst op de verpakking te zetten, in tegenstelling tot voedsel- en cosmeticaproducten, waarvoor specifieke wetgeving bestaat. Tampons vallen onder een algemene wetgeving die zegt dat producten veilig moeten zijn (General Product Safety Directive). Hierin ligt volgens Mansvelt Beck een verklaring voor de heersende chemofobie: ‘Dat ligt aan het gebrek aan transparantie. Je kunt op de verpakking van gewone tampons niet zien wat er precies in zit. Terwijl ik vind dat je als consument het recht hebt om te weten waar je producten van zijn gemaakt, of dat nou dagcrème, yoghurtdrankjes of tampons zijn.’
En dus?
Dankzij nieuwe onderzoekstechnieken vinden we steeds meer minuscule hoeveelheden van stoffen die in tampons zitten. Dankzij een gebrek aan informatie vermoeden we dat sommige stoffen nog steeds in tampons zitten, terwijl dat al lang niet meer zo is. Tegelijkertijd vermelden verpakkingen van tampons geen bestanddelen en wordt maar weinig onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van tampons. Dit alles wakkert onze angst voor chemie aan, wat leidt tot een boel fabeltjes over tampons. En dat terwijl tampons in principe hartstikke veilig zijn. Mits je ze goed gebruikt en niet te lang laat zitten. •