Deze Nederplastic van suiker verovert het bedrijfsleven
Het bestaat: plastic gemaakt van suiker in plaats van olie. Voor OneWorld ging ik op bezoek bij de proeffabriek van Avantium op Chemelot, een van de grootste industriecomplexen voor de chemische industrie in West-Europa. Met hun PEF-fles proberen ze de harten van de multinationals te veroveren.
Toen Gert-Jan Gruter, hoogleraar Industrial Sustainable Chemistry aan de UVA, op een creatieve vrijdagmiddag in 2007 een zakje suiker uit het bedrijfsrestaurant haalde en dat in zijn laboratorium oploste in alcohol, ontdekte hij iets belangrijks. Gruter vond uit hoe hij furaandicarbonzuur (FDCA) moest maken, de belangrijkste bouwsteen van PEF (poly-ethyleen furanoate), een biologisch alternatief voor PET. Een jaar later vloog hij naar Coca-Cola in Atlanta om de door chemisch technologiebedrijf Avantium ontwikkelde fles plompverloren op tafel te zetten. Daar geloofden ze aanvankelijk niet dat het mogelijk was om van suiker – in plaats van olie – plastic flessen te maken.
Als plastic niet meer van aardolie gemaakt hoeft te worden, dan bespaart dat 65 procent aan energie en 140 procent aan CO2, zo berekenden wetenschappers van het Utrechtse Copernicus Instituut in 2015. Meer dan honderd procent besparen klinkt in eerste instantie onmogelijk, maar door biomassa om te zetten naar suiker en daar plastic van te maken, blijft de CO2 in het materiaal zitten en komt het niet vrij tijdens de productie. Daarnaast heeft PEF nog een aantal voordelen ten opzichte van PET: ten eerste is het materiaal sterker, waardoor een fles uit minder materiaal hoeft te bestaan. Ten tweede houdt het materiaal koolzuurbubbels langer vast en laat het zuurstof buiten de fles. Hierdoor blijft frisdrank langer vers, waardoor flessen langer in het schap kunnen blijven staan.
Maar zover is het nog niet. Het maken van PEF vereist een heel nieuw chemisch proces, wat Avantium, dat nieuwe, slimme materialen en duurzame chemische processen bedenkt, eerst wil perfectioneren. Daarom heeft het bedrijf sinds 2011 een proeffabriek op Chemelot, met 800 hectare een van de grootste industriecomplexen voor de chemische industrie in West-Europa, qua oppervlakte vergelijkbaar met de binnenstad van Amsterdam. Naar Chemelot stroomt geraffineerde olie door een pijpleiding vanuit de Rotterdamse haven, om er onder meer plastic en kunststoffen van te maken. Kom je met je OV-fiets vanuit treinstation Sittard, dan zie je kilometers lang een indrukwekkende wirwar van fabrieken, koeltorens, rokende schoorstenen, stalen buizen en opslagtanks.
Dit artikel werd in maart 2019 gepubliceerd in het tijdschrift OneWorld. Je kunt de rest van dit artikel ook online lezen.